Grafieken van 5/12/11. De Spaanse problemen zijn de Italiaanse niet.
De Spaanse tekorten op de lopende rekening hebben ten dele een andere oorzaak dan de Italiaanse. Daar moet in beleid rekening mee gehouden worden. Maar in beide gevallen zou een hoger bestedingsniveau in Noord-Europa goed van pas komen.
Een van de aspecten van de Eurocrisis zijn de (grote) tekorten en overschotten op de lopende rekeningen van verschillende landen (de lopende rekening bestaat uit het saldo van importen en exporten van goederen en diensten plus ‘in het buitenland dan wel hier door buitenlanders verdiende inkomens’ zoals royalties die ‘wij’ betalen voor het hier uitzenden van Amerikaanse TV-series). Dit valt in beeld te brengen (grafiek 1,2 en 3)
Er zijn drie verhalen hieromtrent:
1. De huidige probleemlanden waren en zijn niet concurrerend en moeten de lonen verlagen om concurrerend te worden en meer te exporteren
2. De huidige probleemlanden consumeerden en investeerden te veel en moeten de consumptie en de overheidsuitgaven en de investeringen verlagen om de importen terug te brengen
3. De grote, door inkomens- en consumptiematiging veroorzaakte overschotten van Nederland en Duitsland werden in Zuid-Europa geinvesteerd wat leidde tot grote tekorten in Zuid-Europa (gemakshalve worden onder Zuid-Europa ook Ierland, de Baltische staten en Bulgarije verstaan). Wanneer particuliere partijen na een Minsky-moment dit overschotkapitaal niet meer in Zuid-Europa investeren leidt dat daar tot een acute stilstand van de economie en de landen daar hebben een lange overgangsperiode nodig om zich daaraan aan te passen, in de tussentijd moet de kapitaalstroom op gang blijven via noodfondsen of door het opkopen van staatsschuld door de ECB lenen van geld door de ECB aan deze landen (het opkopen van bestaande staatsschuld helpt de Nederlandse en Duitse pensioenfondsen en banken uit de brand, maar niet de Zuid-Europese landen). In plaats van een grotere kapitaalstroom vanuit het Noorden kan er natuurlijk ook sprake zijn van meer bestedingen in en daaraan gerelateerde exporten naar het Noorden. Hoe dan ook – het geld moet blijven stromen.
Wat is waarheid? Drie grafieken.
A. De lopende rekeningen van Duitsland, Italie en Spanje. Deze grafiek bevestigd het verhaal van de wederzijdse afhankelijkheid van de overschotten in het noorden en de tekorten in het zuiden.
B. De geindixeerde nominale ‘exporten’ van deze landen. ‘Exporten’ tussen aanhalingstekens omdat het niet om de handelsbalans gaat maar om de lopende rekening, dus ook om zaken als royalties en looninkomens en dergelijke. De formele term is ‘de creditzijde van de lopende rekening’. Deze grafiek laat iets bijzonders zien: de ontwikkeling van de exporten van Spanje liep volledig in de pas met die van Duitsland. Er is vanuit de exportzijde geen enkele reden om Spanje als ‘niet concurrerend’ te zien. Italie bleef echter wel achter.
C. De geindexeerde nominale ‘importen’ van deze landen. Deze grafiek laat ook iets bijzonders zien: de ontwikkeling van de importen van Italie liep volledig in de pas met die van Duitsland. Er is geen enkele reden om Italie, vergeleken met Duitsland, te zien als ‘opmaker en feestvierder’
Het verhaal is onder de oppervlakte dus wat ingewikkelder dan de afzonderlijke ‘verhalen’ hierboven – de eerste en belangrijkste conclusie. Want als de situatie per land ingewikkelder is dan zal de remedie daar ook aan moeten worden aangepast.
* Belangrijk: het Spaanse tekort is al gehalveerd! In Spanje was spraken van een huizen- en dus een investeringszeepbel, waardoor de bestedingen hoger lagen dan de besparingen en er, dus, een tekort ontstond op de betalingsbalans (ondanks het overschot van de overheid!). Maar wat betreft de export lijkt er vergeleken met Duitsland geen reden te zijn om het land als niet competitief te beschouwen (‘competitief hier niet in de simpelmansdefinitie van ‘te hoge lonen’ maar in de bredere zin van goede producten voor een goede prijs en een betrouwbaar economisch systeem’ -mensen kopen geen Mercedessen omdat ze goedkoop zijn of omdat de Duitse industrielonen laag zijn maar omdat het een goed product is, gebaseerd op betrouwbare regels, normen en standaarden). Er is vanuit de lopende rekening wel reden om de consumptie en de investeringen en andere bestedingen terug te brengen, maar niet om de lonen te verlagen. Maar, oeps, de werkloosheid begint tegen de 25% te lopen, wat betekend dat de investeringen niet terug moeten maar dat er grootschalige investeringen moeten plaats vinden willen al deze mensen aan het werk komen – de kapitaalgoederenvoorraad moet uitgebreid. De investeringen moeten dus: omhoog. Daar kan ruimte voor ontstaan door de consumptie omlaag te brengen (en als dat noodzakelijk is dan moet dat ook gebeuren). Maar ten eerste is die ruimte er wat betreft de arbeid al (24% werkloosheid) – en deze ruimte wordt niet automatisch ook gebruikt. Ik ben dol op ‘markten’ – maar het idee van het ‘algemene marktevenwicht op alle markten tegelijk’ is een moeizaam en vermoeiend fabeltje. Dit soort werkloosheid werk je niet weg door markten te ‘flexibiliseren’ – maar alleen door tien jaar van economische groei. Om een lang verhaal kort te maken: gezien de huidige situatie is de enige mogelijkheid daarvoor een toename van de investeringen, waarbij het huidige nog steeds aanzienlijke tekort op de lopende rekening de komende jaren voor lief moet worden genomen en gefinancierd moet worden. Het alternatief van het geleidelijk opvoeren van de export duurt, gezien de stand van de werkloosheid, te lang. Er is geen tijd voor loonmatiging, er moet geinvesteerd.
* In Italie lijkt er wel een concurrentieprobleem te zijn. Waar ligt dat aan? Ook in Italie zijn met name de industrielonen nu al veel lager dan in Duitsland – nog lagere lonen lijken gezien de mogelijkheden voor productiviteitsverhoging alweer een simpelsmansoplossing (de lonen bij de overheid en de banken liggen overigens wel ruwweg op ‘Duits’ niveau, bij de overheid zelfs iets daarboven (en dat dan weer niet bij leraren)) . Een aardige analyse hiervan wordt gegeven door Daniel Gros: eigenlijk heeft Italie het de afgelopen jaren op alle vlakken misschien niet uitmuntend maar toch redelijk gedaan. Op een aspect na: de betrouwbaarheid van de overheid is steeds minder geworden. Wat overdreven uitgedrukt: het werd in toenemende mate een Maffia-staat. En daar helpt macro-economisch beleid niet tegen.
Overigens wijs ik u, om zelfvoldaanheid te voorkomen, in dat kader op de woekerpolissen in Nederland
The things i need to know is the reason why I will care? I am talking about, not to imply that what youve got to mention isnt important, however i mean, its so generic. Everyones preaching about this man. Give to us something more, something we can fall behind and then we can seem to be as passionately regarding it when you do.