search
top

Non-proliferatie en het NRC

“Non-proliferatie” zo oordeelt de NRC, “is een speerpunt van Obama.” Verder “[daagt] Obama Moskou nadrukkelijk uit zich aan te sluiten bij zijn nieuwe nucleaire strategie.”[1]
Merkwaardig is het om op te merken wat non-proliferatie is, in de zin waarin de NRC het concept gebruikt. Deze wijkt af van wat oorspronkelijk het doel was van het non-proliferatie verdrag(NPV) op een aantal cruciale punten.

a) Nucleaire staten zouden “ter goeder trouw onderhandelingen [moeten ondernemen] over effectieve maatregelen ter beëindiging van de nucleaire wapenwedloop en over nucleaire ontwapening.”
b) Niet-nucleaire staten hebben niet het recht om nucleaire wapens te ontwikkelen
c) Niet-nucleaire staten hebben het recht op vreedzaam gebruik van nucleaire energie[2]
Laat ons bekijken of Obama zijn “nieuwe nucleaire strategie” voldoet aan deze drie oorspronkelijke doeleinden van het non-proliferatie verdrag.

Een eerste punt dat gemaakt dient te worden, is dat Obama’s retoriek en de “nieuwe nucleaire strategie” niet nieuw is in het Amerikaanse politieke discours. Zoals hierboven beschreven, stond ook in de NPV (een verdrag dat dateert uit 1970) dat nucleaire staten uiteindelijk zouden moeten ontwapenen. Na de val van de Sovjet-Unie zijn deze sentimenten nog makkelijker bespreekbaar geworden. In een artikel in de Wall Street Journal doen onder andere Henry Kissinger (minister van buitenlandse zaken en veiligheidsadviseur van Nixon) en George P. Shultz (minister van buitenlandse zaken onder Reagan) een oproep voor “een wereld zonder nucleaire wapens”.[3] Dit waren niet bepaald de duiven binnen het Amerikaanse politieke spectrum. Maar ook Reagan zelf tentoonspreidde een soortgelijke retoriek als Obama, hij riep op tot het afschaffen van “alle nucleaire wapens”, die hij “totaal irrationeel, totaal inhumaan, goed voor niets anders dan moord, mogelijk destructief voor alle beschaving en leven op aarde,” bevond.[4] We weten nu dat toen Reagan werkelijk de keuze had om “alle nucleaire wapens” af te schaffen, hij koos voor een agressieve pose en weigerde zijn woorden om te zetten in acties. Het breekpunt tijdens de onderhandelingen met de Sovjet-Unie in 1986 in Reykjavik was het SDI programma (het ‘raketschild’), een programma dat net als nu met veel argwaan werd bekeken vanuit Rusland.
Ook was Reagan instrumenteel in de creatie van het Pakistaanse nucleaire programma. Hij weigerde in de jaren ’80 om de steun aan het Pakistaanse regime stop te zetten. Ondanks het feit dat volgens premier Lubbers hij al in 1975 bij de CIA had aangegeven dat Abdul Qadir Kahn (de Pakistaanse metallurg), bezig was met atoomspionage in Nederland. De CIA gaf aan dat het niet wou dat Kahn door Nederland werd opgepakt en vervolgd, maar dat het zelf de situatie in handen zou nemen.[5] Kahn kon zijn werk blijven doen hierna. Zelfs toen bleek dat Kahn (ongetwijfeld met goedkeuring van het Pakistaanse regime) de nucleaire geheimen aan het doorsluizen was naar andere landen, probeerde men in Washington excuses te verzinnen en de militaire en economische steun voort te zetten.[6] Het was belangrijker om Russen te vermoorden in Afghanistan, waar Pakistan als marionet van de VS optrad en geld doorsluisde aan de meest radicale Islamisten die er in het Midden-Oosten te vinden waren.

Een tweede punt, is dat 76% van de wereld wil dat alle nucleaire wapens worden afgeschaft. In de VS is de steun net wat hoger dan het gemiddelde, 77% van de mensen pleit voor het afschaffen van nucleaire wapens en 20% is tegen. In Rusland vinden we soortgelijke cijfers, 69% is voor, 14% tegen.[7] Obama lijkt het hier ook mee eens te zijn. Het ziet er echter naar uit dat hij het hiermee eens is op dezelfde manier als Reagan het hier mee eens was, enkel in woord, niet in actie. Serieuze analisten van de nieuwe nucleaire strategie, alsook het verdrag zojuist getekend in Praag, zullen moeten toegeven dat Obama’s voorstellen, nog altijd een stuk agressiever zijn dan wat zowel de bevolking van zijn eigen land, als de bevolking van de rest van de wereld zou willen zien.
Het feit dat Obama net als zijn voorgangers zulke prachtige woorden gebruikt hangt natuurlijk nauw samen met de publieke opinie in de wereld, die in overweldigende meerderheid gelooft in het afschaffen van nucleaire wapens. Men zou een sceptische attitude verwachten met deze twee feiten in het achterhoofd en men zou hopen dat de NRC kritisch zou kijken naar de acties en niet naar de woorden, die zoals vaker weinig betekenen.
De NRC presenteert de toewijding van Obama aan nucleaire non-proliferatie echter als een feit, zonder verder commentaar op de werkelijke acties die zouden moeten lijden tot de realisering van deze toewijding. Zo kunnen we lezen dat de “kern van Obama’s beleid is dat landen alleen afgebracht kunnen worden van de ontwikkeling van kernwapens, als de huidige hun verplichting onder het NPV serieus nemen.”[8]
Maar hoe serieus nemen de VS en Rusland hun verplichtingen zelf? Het nieuwe verdrag zou het aantal nucleaire wapens terugbrengen naar 1.550. Zelfs als dit het geval zal zijn[*], zullen de gevolgen voor de wereld er niet minder op worden wanneer er in plaats van 2200, 1550 nucleaire raketten over en weer vliegen. In strategisch opzicht zal de reductie weinig verschil maken. Nog steeds is er de potentie om de gehele wereld te vaporiseren in luttele minuten. Hoe deze reductie “landen” zou kunnen bewegen om “de ontwikkeling van kernwapens” stop te zetten wordt niet duidelijk uit de NRC haar artikelen. Maar zoals altijd is bewijs niet nodig, immers zeggen respectabele machthebbers dat het simpelweg zo is en wat heeft een journalist nog meer nodig dan nobele woorden?

Duidelijk zijn wel de acties van de VS die er juist toe leiden dat proliferatie zich voortzet. De media zijn het afgelopen jaar in steeds grotere mate hysterisch aan het worden over Iran’s nucleaire programma. Uiteraard is het onwenselijk dat Iran een nucleair wapen in handen krijgt. Het is echter buitengewoon hypocriet om enkel Iran te veroordelen, wanneer er drie landen zijn die het NPV niet getekend hebben en hun kernwapenprogramma gesteund zien worden door de VS (Israël, India en Pakistan). Alle drie deze landen zijn in tegenstelling tot Iran verwikkeld geweest in oorlogen die ze zelf begonnen. Desondanks is het gevaar dat van Iran uitgaat constant van veel groter belang voor de NRC.
Het gevaar van een nucleair Iran is volgens alle serieuze analisten minuscuul. Als het al een nucleair wapen aan het bouwen is, dan is dit ongetwijfeld als een afweermechanisme tegen het reële gevaar van een Israelisch-Amerikaanse aanval, niet voor first-use doeleinden. Zoals ook de Nederlands-Israelische militair historicus Martin van Creveld toegeeft; “De wereld heeft toe kunnen kijken hoe de VS Irak binnenviel, zoals we later hebben kunnen zien was hier geen enkele reden voor. Als de Iranezen geen nucleaire wapens hebben geprobeerd te bouwen, dan zijn ze gek.” Hij acht de kans dat Iran deze wapens ook echt zal gebruiken praktisch niet bestaand, “ondanks dat Iran wordt geregeerd door Islamitische fundamentalisten, zijn de meeste commentatoren die het land kennen van mening dat het regime niet irrationeel is. […] Ondanks al hun grote woorden over verzet tegen Israël, is het niet waarschijnlijk dat de heersers van Iran een nucleaire aanval zouden beginnen tegen een land waarvan wordt aangenomen dat het in staat is hen van de kaart te vegen.”[9] Hij wordt bijgevallen door strategisch analist Leonard Weiss, die stelt dat “de achterliggende veronderstelling van de apocalyptische verklaringen is dat Iran niet alleen van plan is nucleaire wapens te maken, maar deze ook zal gebruiken om kort daarna Israël te vernietigen. Dit veronderstelt dat de leiders van Iran gestoord zijn.”[10]

De “apocalyptische verklaringen” verschijnen niet in de NRC wanneer het blikveld wordt gericht op één van de andere staten waarvan vaststaat dat deze het NPV schenden. Toen op 24 september VN Veiligheidsraad resolutie 1887 werd aangenomen, kopte de NRC; “Verenigde Naties Veiligheidsraad geeft Obama symbolische steun in strijd tegen kernwapens.” Het behandelt in het artikel een aantal aspecten van de resolutie, het bemoeilijken van het ontwikkelen van kernwapens op basis van een civiel nucleair programma; strengere voorwaarden aan de export van nucleaire goederen; en het tekenen van het kernstopverdrag (dat nucleaire tests verbied). [11] Nergens wordt in het artikel vermeld dat de resolutie ook “het belang van alle lidstaten onderschrijft om hun conflicten op vreedzame wijze te beslechten in conformiteit met het VN handvest.”[12] Als we dit serieus nemen, dan mogen we van de NRC verwachten dat het enig commentaar geeft op Robert Gates verklaring bij de presentatie van de nieuwe nucleaire strategie van Obama. “Als jullie je niet aan de regels houden” zo sprak Robert Gates Noord-Korea en Iran toe, “dan liggen alle opties op tafel bij de manier waarop wij jullie zullen aanpakken.”[13] Een overduidelijke schending van artikel 2(4) van het VN handvest, waarin staat dat het gebruik van alsook het dreigen met geweld verboden is. De bedreigingen worden serieus genomen in Iran en is zoals eerder gezegd één van de belangrijkste redenen waarom ze een afschrikmiddel in de vorm van een kernwapen zouden willen hebben. In juli 2009 zette Israël de bedreigingen nog eens kracht bij door een tweetal oorlogsschepen en drie onderzeeërs waaronder één nucleaire onderzeeër door het Suez kanaal te laten varen.[14] Al jaren houdt de VS ‘alle opties op tafel’ wat betreft Iran, het zou zinvol zijn geweest als de NRC zou aangeven dat dit een schending is van het internationaal recht. Verder geeft het aan dat de Veiligheidsraad helemaal geen “steun” geeft aan Obama, integendeel het veroordeelt de dreiging met geweld (een regulier onderdeel van Obama’s politiek naar Iran toe).
Geen enkel nieuwsbericht of commentaar konden we ook in de NRC vinden toen India de dag na de resolutie op 25 september reageerde door te verklaren dat het nu “in staat is om nucleaire wapens te bouwen met dezelfde destructieve kracht als de wapens in het arsenaal van de machtigste nucleaire staten.”[15] Een verklaring waar Obama in maart dit jaar op reageerde door in strijd met het NPV en met resolutie 1887, met India een overeenkomst te sluiten over de handel in nucleair materieel , een deal die “mogelijk miljarden dollars waard is” aldus de Washington Post.[16] Een duidelijk signaal uit Washington dat India Veiligheidsraad resolutie 1887 niet serieus hoeft te nemen. De steun komt toch wel en er zijn geen repercussies voor diegene die in strijd met het NPV toch kernwapens hebben ontwikkeld, zolang deze de belangen van de VS dienen. Slechts één ingezonden brief is er te vinden in de NRC die een verwijzing maakt naar de nucleaire deal, die een nieuwe slag toebrengt aan het NPV.
De gevaren voor nucleaire proliferatie zijn groot, niet alleen India accelereert de ontwikkeling van haar kernwapenarsenaal, ook Pakistan is bezig geavanceerdere wapentuig te ontwikkelen en ook een wapenwedloop met China ligt in het verschiet.
De reductie naar 1550 nucleaire wapens door de VS en Rusland zullen niks aan deze situatie veranderen. India en Pakistan hebben in de afgelopen 60 jaar al driemaal oorlog met elkaar gehad en zijn nog altijd in conflict over Kashmir. Deze explosieve situatie kan beter geen kernwapens gebruiken en stappen richting ontwapening zouden dan ook genomen moeten worden. Zoals we zien is dit niet een prioriteit van Obama — wanneer meer waarde gehecht wordt aan acties dan aan retoriek.

In het Midden-Oosten is de situatie zo mogelijk nog explosiever. De grootste schender van het NPV in de regio is Israël. Het voortbestaan van het nucleaire programma van Israël zou speciale aandacht moeten verdienen, gezien het feit dat er een Veiligheidsraad resolutie ligt die verklaart dat er stappen moeten worden genomen om een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten te creëren. Nog pijnlijker is dat deze zelfde Veiligheidsraad resolutie uit 1991 werd aangevoerd als een legale basis voor de inval van Irak. In alle discussie over het volkenrechtelijk mandaat en of Irak één van de resoluties van een decennia geleden had overtreden, werd vergeten dat er in de resolutie ook wordt gezegd dat de Veiligheidsraad zich “bewust is van het gevaar van alle massavernietigingswapens voor de veiligheid en de vrede in [het Midden-Oosten] en van het werk dat gedaan moet worden om het Midden-Oosten vrij te waren van zulke wapens.” Deze bewustwording heeft zich in de afgelopen decennia nog niet omgezet in het realiseren van dit belangrijke non-proliferatie doeleinde. Obama schijnt niet van plan te zijn om hier verandering in te brengen. Toen de journaliste Helen Thomas Obama vroeg of hij wist welke staten in het Midden-Oosten een nucleair wapen hadden, weigerde Obama hierover te “speculeren.” Obama weet net zo goed als iedereen dat het enige land dat kernwapens heeft in het Midden-Oosten, Israël is. Waarom weigert hij dan te antwoordden? Één reden is de legale implicaties die het zou hebben. Onder de wetten van de VS op buitenlandse hulp, is het illegaal om “assistentie” te verlenen aan landen in het bezit van nucleaire wapens die geen ondertekenaars zijn van het NPV.[17] Opnieuw krijgen we hier de bizarre situatie waarin de regering van de VS en Israël ontkennen of simpelweg niet praten over het bestaan van Israëls nucleaire programma, ondanks het feit dat al sinds 1969 inlichtingendiensten overtuigd zijn van het bestaan van dit programma.[18] Deze strategie werd in ditzelfde jaar verwoord door secretary of state, Henry Kissinger, die in een vrijgegeven memo aangaf dat “we als ideaal mogelijk het liefst Israëlisch bezit [van een kernwapen] zouden willen stoppen, maar wat we werkelijk op zijn minst willen, is voorkomen dat Israëlisch bezit [van een kernwapen] een internationaal feit wordt.”[19] Deze doctrine, die door de jaren heen vrij stabiel is gebleven wordt naar verluid doorgezet door president Obama. In een gesprek met zijn ambtsgenoot in Israël in mei van 2009 gaf Obama al aan dat hij het ‘don’t ask, don’t tell’ beleid van zijn voorgangers zou voortzetten. Een anonieme beleidsmaker becommentarieerde dat deze overeenkomst “vragen oproept over praktisch elk onderdeel van de president zijn non-proliferatie agenda.”[20]
Ondertussen blijven de hulpgelden ook voortvloeien. Voor 2011 heeft Obama €3 miljard voor Israël opzij gezet, €225 miljoen meer dan in 2010. Dit geld zou verder geclassificeerd worden als veiligheidsuitgaven zodat het geld de spending freeze van Obama omzeilt.[21]
In de NRC wordt er gedaan alsof er sprake zou zijn van een ware “ruzie” tussen de Obama regering en Israël. Zo serieus zou de ruzie zijn, dat de Israel lobby Obama’s zorgplan zou bedreigen![22] Hoe serieus de beleidsmakers in Tel Aviv en Washington deze “ruzie” zelf nemen, werd nog maar eens duidelijk eind maart dit jaar toen de VS en Israël een deal sloten waardoor de VS Israël Hercules vliegtuigen zou verkopen ter waarde van een kwart miljard dollar.[23] Op dezelfde dag dat Ha’aretz een artikel schreef over deze deal, kopte de NRC dat Israël en de VS in een “ernstige onderlinge crisis” zaten.[24] Er is geen schrijntje bewijs voor deze “ernstige crisis” behalve de –nog steeds uiterst milde- retoriek.
Een verdere indicatie van de mate van toewijding van Europa en de VS aan non-proliferatie werd getoond toen in september 2009 het IAEA een resolutie aannam die Israël opriep om Veiligheidsraadresolutie 487 te implementeren. In deze resolutie werd van Israël geëist dat het haar nucleaire faciliteiten openstelt voor het IAEA en het NPV ondertekent. Europa en de VS hadden al jaren de resolutie geblokkeerd en poogden dit opnieuw te doen omdat zij vonden dat het oneerlijk was om de aandacht te focussen op één specifiek land, een verklaring die in Teheran waarschijnlijk wat wenkbrauwen zou doen optrekken.[25] Hetzelfde Moskou dat door Obama “nadrukkelijk [werd uitgedaagd] om zich aan te sluiten bij zijn nieuwe nucleaire strategie, die erop is gericht te voorkomen dat er nieuwe kernmachten in de wereld bijkomen,” stemde wel voor de resolutie.
Van 18 september (toen de IAEA resolutie werd aangenomen) tot 1 oktober verscheen er in zowel de NRC.NEXT als in de NRC Handelsblad geen enkel artikel over de oproep aan Israël en de oppositie van het westen.[26] Dit in tegenstelling tot de onthulling van Iran dat deze een tweede verrijkingsfabriek in haar bezit heeft, waarover in deze zelfde 13 dagen 4 artikelen van bij elkaar 2964 woorden te vinden waren in de NRC en het NRX.NEXT.[27]

De meest logische oplossing zou zijn om de toewijding aan een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten te implementeren. Een voorstel dat als we de NRC mogen geloven, de steun geniet van het Iraanse regime. Een belangrijk adviseur van Ahmadinedjad pleit in de NRC voor “een internationaal raamwerk dat de ontwikkeling, productie, het vermeerderen en hebben van nucleaire wapens moet voorkomen.”[28] Misschien dacht hij hier aan het voorstel van het voormalig hoofd van het IAEA Mohammad ElBaradei die pleit voor een systeem waarin de productie van uranium onder internationale supervisie zou komen te staan. Landen die gebruik willen maken van kernenergie kunnen dan bij het IAEA hun uranium verkrijgen, zonder dat er het risico bestaat dat deze gebruikt wordt voor andere doeleinden.[29]
Een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten zou een eerste stap zijn. Belangrijker nog is een substantiële reductie door de belangrijkste mogendheden. We dienen in het achterhoofd te houden dat diep in de koude oorlog, de voorstellen voor reductie nog radicaler waren dan nu. In 1964, twee jaar na de Cubacrisis, stelde minister van Buitenlandse Zaken Robert McNamara in een memorandum aan de president voor om het aantal kernwapens te reduceren tot 400, met dit aantal zou de VS nog steeds in staat zijn “ongeveer 30% van de bevolking van de Sovjet-Unie” te vernietigen.[30] Genoeg om te dienen als een afschrikmiddel tegen een mogelijke aanval zo vond McNamara. Inmiddels bestaat de dreiging van de Sovjet-Unie niet meer en het bestaan van 1.550 nucleaire wapens is een onnodig risico voor het voortbestaan van de mensheid. Waarom deze uiterst bescheiden doelstellingen, wanneer midden in de koude oorlog men met minder krachtige wapens het aantal al wou reduceren tot 400 — is de dreiging nu nog groter? Waarom nemen de VS en Rusland geen effectieve stappen om de wens van de overgrote meerderheid van de wereldbevolking op te volgen en kernwapens uit te bannen?

Dit soort effectievere voorstellen worden niet of nauwelijks besproken in de media. Liever houd deze zich bezig met de stenografie van de macht. We beperken ons, door te discussiëren binnen dit kleine kader van veronderstellingen. Waarin we ons druk maken over de schendingen van het NPV door onze vijanden en weigeren te kijken naar de reëlere en potentieel catastrofale schendingen van onze bondgenoten (schendingen waar we bovendien meer invloed op kunnen uitoefenen).
Ik kies in dit artikel niet voor de NRC omdat dit een slechte krant is, integendeel, de NRC is naar mijn mening de beste krant in Nederland, met op zijn tijd zeer informatieve artikelen. Ik ben niet de enige wat dit betreft, uit een recente peiling blijkt dat de NRC wordt gezien als de meest betrouwbare krant. [31] Des te belangrijker is het daarom om te kijken naar wat de limieten van het debat zijn in deze kwaliteitskrant. Ik denk dat deze –uiterst korte- case study van de NRC goed illustreert hoe ook de Nederlandse media een lijn volgt die op merkwaardige wijze vrijwel altijd samenvalt met de heersende consensus binnen de westerse wereld. Een consensus die zoals historisch wel vaker het geval is, wordt getypeerd door een fikse dosis hypocrisie .


[*] Zelfs de NRC zelf geeft in twee alinea’s in al haar artikelen aandacht aan het feit dat ‘creatief boekhouden’ onder het nieuwe verdrag mogelijk is. “Niet alleen is onduidelijk hoeveel wapens beide landen nu precies opgesteld hebben. De methode voor het tellen van kernkoppen in het nieuwe verdrag biedt allerlei mogelijkheden voor ‘creatief boekhouden’. Zo is afgesproken dat zware bommenwerpers met kerntaken tellen als één kernkop, hoeveel wapens ze in de praktijk ook vervoeren. The New York Times gaf onlangs het voorbeeld van een B-52-bommenwerper die maar liefst 14 kruisraketten en zes ouderwetse kernbommen die afgeworpen moeten worden kan meevoeren — twintig kernkoppen dus die tellen voor één.”


[1] “Een nieuwe START”, NRC 8 april 2010

[2] IAEA, Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons, 22 april 1970

[3] George P. Shultz et al. , “A World Free of Nuclear Weapons”, Wall Street Journal 4 januari 2007

[4] Ibid.

[5] Broer Scholtens, “CIA vroeg Nederland kerngeleerde te laten gaan”, De Volkskrant 9 augustus 2005

[6] Adrian Levy en Catherine Scott-Clark, “Deception: Pakistan, the United States, and the Secret Trade in Nuclear Weapons”, Walker and Company (2007) hf. 1 en 2

[7] Worldpublicopinion.org, “World Publics on Eliminating all Nuclear Weapons”,

[8] Juurd Eijsvogel, “Verenigde Naties Veiligheidsraad geeft Obama symbolische steun in strijd tegen kernwapens”, NRC 25 september 2009

[9] Martin van Creveld, “Sharon on the warpath: Is Israel planning to attack Iran?”, International Herald Tribune 21 augustus 2004

[10] Leonard Weiss, “Israel’s future and Iran’s Nuclear Program”, Middle East Policy Vol. 16 Issue 3, pg. 79-88

[11] Juurd Eijsvogel, “Nucleaire ontwapening terug op agenda; Verenigde Naties Veiligheidsraad geeft Obama symbolische steun in strijd tegen kernwapens”, NRC 25 september 2009

[12] VN Veiligheidsraad resolutie 1887 http://www.unhcr.org/refworld/docid/4abcd4792.html

[13] “Gates geeft Noord-Korea en Iran harde waarschuwing”, NRC 7 april 2010

[14] Sheera Frenkel, “Israeli Navy in Suez Canal prepares for potential attack on Iran”, The Times(Londen) 16 juli 2009

[15] James Lamont en James Blitz, “New Delhi admission raises nuclear stakes”, Financial Times 28 september 2009

[16] Rama Lakshimi en Steven Mufison, “U.S. and India reach agreement on nuclear fuel reprocessing” Washington Post 30 maart 2010

[17] David Hirst, “Blind man’s buff on the Nuclear’s Edge”, The Guardian 24 februari 1995; De vraag van Helen Thomas: http://www.youtube.com/watch?v=lVGWdLsAoBA

[18] Avner Cohen en William Bur, “Israel Crosses the Threshold”, Bulletin of the Atomic Scientists vol. 62 issue 3 pg 22-30

[19] Henry A. Kissinger, “Memorandum to the President: Israeli Nuclear Program”, 19 juli 1969, Nixon Library
http://www.nixonlibrary.gov/virtuallibrary/documents/mr/071969_israel.pdf

[20] Eli Lake, “Obama keeps Israel’s secret, won’t push for nuke disclosure”, Washington Times 2 oktober 2009

[21] “Obama budget Includes $3 billion in Israel Aid”, Near East Report 23 februari 2010 http://www.aipac.org/NearEastReport/20100223/obama_budget_includes_three_bil_israel_aid.html

[22] Tom Jan-Meeus, “Ruzie met Israel is gevaarlijk; Israël lobby in Amerika bedreigt zorgplan van president Obama”, NRC.NEXT 18 maart 2010

[23] Amos Harel, “Despite row, US and Israel sign massive arms deal”, Haaretz 25 maart 2010

[24] Guus Valk, “Netanyahu geeft geen krimp in de VS; Topoverleg in Witte Huis levert geen doorbraak op in ernstige onderlinge crisis”, NRC 25 maart 2010

[25] Mark Weiss, “Israel spurns watchdog’s call to open atomic sites to inspection”, The Irish Times 19 september 2009; IAEA, Israeli Nuclear Capabilities http://www.iaea.org/About/Policy/GC/GC53/GC53Resolutions/English/gc53res-17_en.pdf

[26] Lexis-Nexis database zoekopdracht, gezocht op Israel AND IAEA

[27] Thomas Erdbrink, “Wat moet ik hier nog?; Sinds herverkiezing Ahmadinedjad loopt Iran leeg”, NRC.NEXT 1 oktober 2009; Carolien Roelants, “Iran wil vriend zijn én uranium verrijken; Iran Amerikaanse president wil een diplomatieke oplossing maar de werkelijkheid is weerbastig”, NRC 30 september 2009; “Spanningen lopen op na test van Iraanse raketten”, NRC.NEXT 28 september 2009; “Westerse landen dreigen Iran met sancties”, NRC 26 september 2009;

[28] Thomas Erdbrink, “Iran: alle kernwapens de wereld uit; onderdeel nucleair voorstel”, NRC 11 september 2009

[29] Mohammed ElBaradei, “Towards a safer World”, The Economist (London) vol. 369 issue 8346 pg 47-48 18 september 2003

[30] Robert S. McNamara, Blundering into Disaster: Surviving the First Century of the Nuclear Age (New York: Pantheon, 1986) pg. 123

[31] Sjoerd Buitinga et al, “Vertrouwen in Online en Printmedia”, NewCom maart 2010

Afghanistan en internationaal recht:

De contouren van het internationaal recht en het gebruik van geweld:

Na 9/11 stond buiten de SP elke partij achter de aanval op Afghanistan. Als begin van de discussie wordt daarom vaak ook simpelweg aangenomen dat de invasie legitiem was. Terwijl in termen van internationaal recht er weinig twijfel is over de onrechtmatigheid van de aanval.
In artikel 2 van het VN handvest worden de principes van het internationaal recht uitgelijnd; “alle leden zich in hun internationale relaties zullen onthouden van het gebruik of de dreiging van het gebruik van geweld”; “alle leden zullen hun internationale geschillen beslechten op vreedzame wijze.” Er zijn twee uitzonderingen op deze principes: het recht op zelfverdediging en wanneer de Veiligheidsraad toestemming geeft om geweld te gebruiken.
Voorstanders van de oorlog beargumenteren dat onder internationaal recht de VS het recht had op zelfverdediging en dus was de oorlog legitiem. Deze visie zou kracht worden bijgezet door de twee resoluties die werden aangenomen in de Veiligheidsraad na de aanvallen van 9/11(1368 en 1373). Analyse van deze resoluties laat echter zien dat deze nergens duidelijk maken dat er het recht wordt gegeven op het gebruik van geweld. In resolutie 1368 wordt er gesproken over “de paraatheid om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om te reageren op de aanvallen van 9/11, en om alle vormen van terrorisme tegen te gaan, dit in overeenstemming met de verantwoordelijkheden onder het handvest van de VN”. Toen het werkelijk aankwam op het beschrijven van de te nemen “noodzakelijke maatregelen” in resolutie 1373, werd er niet gesproken over het gebruik van geweld, maar over het bevriezen van terroristische gelden; het criminaliseren van het financieren en steunen van terroristen; de uitwisseling van informatie omtrent terroristen; het moeilijker maken voor terroristen om zich vrij te bewegen door strengere grenscontroles; en het opsporen en berechten van terroristen. Ook wordt er nergens in beide resoluties duidelijk of de VS het recht heeft op zelfverdediging. Weliswaar wordt het “inherente recht op individuele of collectieve zelfverdediging” herbevestigd — of deze van toepassing is op de inval van Afghanistan wordt nergens vermeld.
We dienen dus te bekijken of er aan de hand van het VN handvest gesproken kan worden van zelfverdediging. Zelfverdediging is de enige uitzondering waarin een staat zonder de expliciete toestemming van de Veiligheidsraad geweld mag gebruiken. Dit recht vinden we in artikel 51: “Niets in dit Handvest doet afbreuk aan het inherente recht tot individuele of collectieve zelfverdediging in geval van een gewapende aanval tegen een lid van de Verenigde Naties, dit totdat de Veiligheidsraad de maatregelen heeft genomen die nodig zijn om de internationale vrede en veiligheid te handhaven. De maatregelen die door leden in de uitoefening van dit recht tot zelfverdediging worden genomen moeten onmiddellijk worden gemeld aan de Veiligheidsraad en mogen op geen enkele wijze afbreuk doen aan het gezag en de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsraad om krachtens het Handvest elk moment de maatregelen te nemen die het noodzakelijk acht om de internationale vrede en veiligheid te handhaven of te herstellen.” Men moet deze woorden interpreteren in de context van het doel van het VN handvest. Dit doel vinden we aan het begin van het handvest, “Wij de volkeren van de Verenigde Naties hebben besloten om de komende generaties te redden van de gesel van de oorlog, die tweemaal in ons leven onnoemelijk leed heeft gebracht over de mensheid.” Het doel van het internationaal recht is dan ook om ons te ontdoen van oorlogen, niet om deze te beginnen, de teksten dienen dan ook geïnterpreteerd te worden in het licht van deze toewijding.
Zelfverdediging wordt dan ook op een strikte wijze geïnterpreteerd. Landen moeten eerst ongewelddadige opties overwegen, zelfs tegen illegale en verschrikkelijke aanvallen.
Deze strikte interpretatie van het recht op zelfverdediging werd als eerste geopperd door Daniel Webster, minister van buitenlandse zaken van de VS in 1837, die zelfverdediging definieerde, “Er moet een noodzaak van zelfverdediging zijn — onmiddellijk, overweldigend, waardoor er geen keuze is in de middelen en geen moment van beraadslaging. [De wijze van zelfverdediging moet] niet onredelijk of buitensporig zijn; [het gebruik van geweld], gerechtvaardigd door de noodzaak van zelfverdediging, moet zich beperken tot deze noodzaak en zich duidelijk binnen dit kader bewegen.”
Deze strikte interpretatie van zelfverdediging verbiedt zowel het gebruik van geweld uit wraak, alsook het gebruik van geweld uit “anticiperende zelfverdediging”. Dit om zoals beschreven in het VN handvest, de kansen op “internationale vrede en veiligheid” te maximaliseren en er voor te zorgen dat incidenten en conflicten niet uitmonden in een oorlog waarbij nog meer slachtoffers zullen vallen.
Een aantal criteria dienen dus in acht genomen te worden, mocht het recht op zelfverdediging van toepassing zijn.
a) Waren vreedzame maatregelen uitgeput?
b) Was er sprake van “noodzaak” en “geen moment van beraadslaging” mogelijk?
c) Was de aanval niet “onredelijk of buitensporig”; beperkte de aanval zich tot de “noodzaak” van de zelfverdediging (ofwel, volgende terroristische aanvallen tegenhouden)?[*]

Het doel van de invasie en haar legitimiteit:

Op 20 september 2001 eiste president Bush van de Taliban dat deze; Al-Quaida leiders in Afghanistan zou overleveren; alle gevangengenomen buitenlanders zou vrijlaten; de veiligheid van journalisten, diplomaten en hulpverleners zou garanderen; terroristische trainingskampen in Afghanistan zou sluiten; en de VS complete toegang tot deze kampen zou verschaffen.(( Transcript of President Bush’s adress, CNN 20 september 2001 ))[1] Op 28 oktober, nadat de invasie al in volle gang was veranderden de oorlogsdoelen. De Britse Admiraal Boyce verklaarde dat “de pressie zal doorgaan totdat de bevolking van Afghanistan zelf erkent dat ze haar leiderschap moet veranderen.”[2] Er waren uiteindelijk dus twee duidelijke doeleinden, regime change (ofwel het afzetten van de Taliban) en het vernietigen van de ‘terroristen’.
In het internationaal recht is regime change als doel van een invasie absoluut verboden. Artikel 2(4) van het VN handvest verbiedt expliciet het gebruik van geweld tegen de “territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van elke staat.”
Maar, is het niet zo dat de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog ook regime change verwezenlijkten en was dit dan ook illegitiem? Het antwoord op deze vraag ligt opnieuw in de voorgenoemde criteria besloten. Beperkten alle elementen van de aanval van de geallieerden zich tot de “noodzaak” om Nazi-Duitsland en Japan te stoppen in hun agressie? Het antwoord is niet eenvoudig, de bombardementen van Hiroshima, Nagasaki en Dresden kunnen op zijn minst controversieel genoemd worden. Wel duidelijk moet zijn dat het voortbestaan van het Nazi regime alsook het imperialistische Japanse regime onmogelijk was geweest en algemeen wordt dan ook aangenomen dat er een “noodzaak” bestond om het regime te verwijderen.
Dit voorbeeld is echter geenszins van toepassing op de situatie in Afghanistan voor redenen die ik in de komende secties zal proberen te verhelderen. Voor dit moment is het genoeg om duidelijkheid te scheppen over de initiële situatie waarin regime change altijd illegaal is — tenzij het noodzakelijk is voor de zelfverdediging of wanneer het geautoriseerd is door de Veiligheidsraad. Een oorlog die enkel regime change als doel heeft zonder enige juridische basis is wat men noemt een “aanvalsoorlog”, “de hoogste internationale misdaad die enkel verschilt van andere oorlogsmisdaden in dat het in zichzelf het geaccumuleerde kwaad dat volgt draagt,” in de woorden van het Neurenberg tribunaal.[3]
Op 5 oktober presenteerde Blair een document waarin hij bewijsmateriaal publiceerde wat ervoor zou zorgen dat er “absoluut geen twijfel meer kan bestaan” over de verantwoordelijkheid van Bin Laden voor 9/11. Het bewijsmateriaal dat werd gepresenteerd was uiterst summier, de serieuzere pers gaf het dan ook weinig aandacht. De Wall Street Journal beschreef de documenten als “meer een lijst van aantijgingen dan gedetailleerd bewijsmateriaal” en citeerde vervolgens een hooggeplaatste beleidsmaker in Washington die aangaf dat “de strafrechtelijke zaak irrelevant is. Het plan is om Bin Laden en zijn organisatie te vernietigen.”[4]
Aannemelijk is dat er simpelweg geen bewijs bestond van de betrokkenheid van Bin Laden rond deze tijd. Acht maanden later getuigde Robert Mueller, directeur van de FBI, in de senaat in wat werd beschreven als “zijn meest gedetailleerde publieke verklaring over de oorsprong van de aanval,” hij verklaarde dat “FBI onderzoekers geloven dat het 9/11 plan [..] kwam van leiders van Al-quaida in Afghanistan” en “wij denken dat de planners van de aanval [in Afghanistan zijn].”[5] Kortom, ondanks een uiterst sterke prima facie zaak, was er zelfs na 8 maanden van extreem intensief onderzoek niet meer dan een geloof in de actieve betrokkenheid van Bin Laden. Acht maanden hiervoor was er na nog minder informatie beschikbaar.
“Van wat we weten over de leefomgeving van Bin Laden en de condities waaronder hij opereert, is het goed mogelijk dat hij niet persoonlijk betrokken was bij de planning en uitvoering van de aanvallen – maar dat hij een inspiratie was, de CEO van een holding,” zo schreef Arundhati Roy al op 29 september 2001.[6] Dit zou goed mogelijk zijn, Robert Fisk, de enige westerse journalist die Bin Laden heeft geïnterviewd, schetst een beeld van Bin Laden als een geïsoleerde man, vrijwel afgesloten van de buitenwereld.[7] Het is moeilijk voor te stellen dat een man met een nierafwijking in een grot in Afghanistan waar hij nog geen krant kan ontvangen erg nauw betrokken kan zijn geweest in zo’n nauwkeurige en gesofistikeerde aanval.
Verder kwamen geen van de kapers uit Afghanistan, de training voor de aanslag vond plaats in Duitsland en de Verenigde Staten en het geld kwam grotendeels uit Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.[8] De keuze voor Afghanistan als doelwit was dus niet zo vanzelfsprekend als vaak gesuggereerd. Waarom geen bombardementen op Hamburg, de plek waar de harde kern van de kapers studeerden en de aanval planden? Waarom geen bombardementen op Saudi-Arabië of de VEA waar de financiering vandaan kwam?
Laten we desondanks aannemen dat Bin Laden verantwoordelijk was voor 9/11 (zoals hij zelf maanden later ook beweerde). We komen nu op de drie criteria die dienen te worden voldaan.

Vreedzame maatregelen:

Er waren ondanks de uitspraak van de anonieme beleidsmaker in Washington mensen die verouderde concepten als “de strafrechtelijke zaak” wel belangrijk vonden. Zo blijkbaar ook de Taliban. Er waren al een week na de aanslagen indicaties dat de Taliban bereidt waren om Bin Laden uit te leveren, op 19 september verklaarde een Taliban minister dat, “Iedereen die verantwoordelijk is voor deze aanval, Osama of niet, wij zullen niet aan hun kant staan. Wij hebben [de Pakistaanse delegatie] gevraagd om bewijs van [Bin Laden] zijn betrokkenheid, want hoe kunnen we hem zonder bewijs opgeven?”[9] Gevolgd door de leider van de Taliban Mohammed Omar, die aangaf dat hij “Amerika had gevraagd, als het enig bewijsmateriaal heeft, zulks aan het Afghaans hooggerechtshof te geven, of de zaak voor te leggen aan de geestelijke leiders van drie willekeurige Islamitische landen, of in te stemmen met de overdracht van Osama aan de Islamitische conferentie (van 52 Islamitische landen). Maar deze voorstellen zijn allemaal afgewezen.”[10]
Op 4 oktober boden de Taliban aan om Bin Laden over te leveren aan Pakistan, waar hij onder huisarrest in Peshawar zou zitten en bewijs van zijn betrokkenheid zou worden gepresenteerd aan een internationaal tribunaal. Uiteindelijk gingen deze voorstellen niet door omdat de Pakistaanse president Musharaf “de veiligheid van Bin Laden niet kon garanderen”.[11] Op 17 oktober met de bombardementen in volle gang, werd er uiteindelijk door de Taliban minister van Buitenlandse Zaken, aangeboden om Bin Laden zonder bewijs over te leveren aan een derde land mits de bombardementen gestopt zouden worden.[12] Een week later werden de oorlogsdoelen verandert en was regime change een doel geworden. Aannemelijk is dat de VS haar veto uitsprak over deze voorstellen, zo vertelde een anonieme Amerikaanse beleidsmaker dat “door het stellen van te kleine doeleinden er een risico ontstond dat de internationale inspanning prematuur in elkaar zou storten, mocht Bin Laden toevalligerwijs gevangen worden genomen.”[13] Later in een interview in april 2002 zette het hoofd van het Amerikaanse leger deze woorden nog eens kracht bij door te stellen dat “het doel nooit de gevangenneming van Bin Laden is geweest.”[14]
Bush bestempelde al deze voorstellen van de Taliban indertijd dan ook als “ononderhandelbaar” en gaf aan dat “er geen enkele reden is om te gaan discussiëren over schuld of geen schuld” want “wij weten dat hij schuldig is.” “Als ze willen dat wij onze militaire operatie staken dan moeten ze gewoon voldoen aan de condities die ik heb gesteld. En wanneer ik zeg geen onderhandelingen, dan bedoel ik ook geen onderhandelingen.”[15]
Los over wat men persoonlijk kan vinden van de positie van Bush, is dit uiteraard verre van een poging om de “internationale geschillen” op te lossen op “vreedzame wijze” zoals beschreven in artikel 2 van het VN handvest.
We weten niet of de Taliban werkelijk van plan waren Bin laden uit te leveren. Dit is echter ook niet van belang in deze discussie. Feit is, dat er geen enkele poging is gedaan om op een “vreedzame wijze” het conflict te beslechten, ondanks de alom tentoongespreide veronderstelling dat dit wel het geval is. “Ik breng hulde aan het staatsmanschap van president Bush, die het geduld had om te wachten,” zo complimenteerde Blair zijn vriend uit Texas in de House of Commons; “toen het duidelijk werd dat het Al-Quaida netwerk de aanvallen had gepland en uitgevoerd, wilden we de Taliban de tijd geven om te beslissen over hun eigen positie: zouden ze Bin Laden beschermen of hem overleveren? Het was uit eerlijkheid dat hen de tijd werd gegeven om op het ultimatum te reageren. Maar het is nu duidelijk dat zij hebben gekozen voor de kant van de terroristen.”[16] Als het zo “duidelijk” was dat de aanvallen door Bin Laden waren “gepland en uitgevoerd”, waarom dan niet het onkarakteristiek redelijke aanbod van de Taliban aannemen (bewijs dan uitlevering)?
Noodzaak en terrorisme als oorlogsdaad:

Was het noodzakelijk (zoals gedefinieerd door Daniel Webster) voor de veiligheid van de VS om Afghanistan binnen te vallen? Hiervoor is het eerst nodig om een duidelijk beeld te scheppen van wat de dreiging was die uitging van Afghanistan als staat.
Direct na de aanslagen van 9/11 beschreef Bush de aanslagen als “terroristische acties” . Kort daarna werd de retoriek verandert en de aanslagen werden beschreven als “een oorlogsdaad”. “Een oorlogsdaad” heeft andere legale implicaties dan een “terroristische aanval”. Tot dan toe was een “oorlogsdaad” gedefinieerd als een actie van een staat tegen een andere staat, niet van een groep individuen tegen een staat.[17] Er dient dus een link aangetoond te worden tussen de regering van Afghanistan en de aanslagen van 9/11 mochten de aanslagen kwalificeren als een “oorlogsdaad”. Deze link was voor zover bekend niet bestaand. Sterker nog, de relaties tussen de Taliban en Al-Quaida waren uiterst koel geweest tot de bombardementen van Clinton op Afghanistan en Sudan in 1998. Voor die tijd waren er ‘gematigde’ elementen binnen de Taliban die lobbyde om Bin Laden het land uit te werken, na de bombardementen verdwenen deze ‘gematigde’ elementen, radicaliseerde de Taliban nog verder en werd Al-Quaida vrije toegang gegeven.[18] De enige link die aangetoond kon worden tussen de Taliban en 9/11 was de link die Bush onmiddellijk beschreef en gaf als basis voor de oorlog. “Wij zullen geen onderscheid maken tussen de terroristen die deze aanval uitvoerden en zij die hen toestaan in hun land te verblijven.” [19]
Een simpele opsomming van de implicaties van deze doctrine als deze serieus wordt genomen zou genoeg moeten zijn om deze te ontkrachten. We dienen hier wel te accepteren dat de principes die we toepassen op onze ‘vijanden’ ook dienen te worden nageleefd door onszelf, het principe van universaliteit.
De context waarin Daniel Webster in 1837 zijn algemeen geaccepteerde definitie van wat zelfverdediging behelst gaf, is vrij toepasbaar op de situatie na 9/11. Hij gaf deze definitie na een aanval van de Britten op een Amerikaans schip in een Amerikaanse haven. Dit Amerikaanse schip was gebruikt door Amerikaanse ‘vrijwilligers (of ‘terroristen’) om Canadese rebellen te helpen in hun strijd voor onafhankelijkheid van Brits imperialisme, dit terwijl de VS officieel neutraal was in dit conflict. De Britten claimden dan ook dat de aanval uit zelfverdediging was ondernomen. Na een aantal brieven over en weer werd het conflict opgelost in het voordeel van de Amerikanen, de Britten accepteerden de strikte definitie van zelfverdediging die Daniel Webster gaf.
De voorheen algemeen geaccepteerde definitie van zelfverdediging maakt dus wel degelijk een “onderscheid” tussen “de terroristen en zij die hen toestaan in hun land te verblijven”, zoals de context van de definitie laat zien.
Maar actuelere analogieën zijn nog waardevoller.
Op 30 september 2001 riep president Aristide van Haïti de VS op om Emmanuel Constant uit te leveren aan Haïti. Dit was niet de eerste keer dat Aristide had opgeroepen om deze voormalige doodseskader leider uit te leveren. Al sinds 1994 was er een opsporingsbevel uitgegeven tegen Constant. In november 2000 werd Constant bij verstek veroordeelt in Haïti voor zijn betrokkenheid bij een bloedbad in de wijk Raboteau.
Emmanuel Constant was de oprichter van de FRAPH. Deze paramilitaire beweging/doodseskader verkreeg prominentie in de periode na de militaire coup in 1991. In deze periode van 1991 tot 1994 werden er tienduizenden Haïtianen gemarteld en vermoord door het leger en de paramilitairen van Constant.[20]
De VS weigert al jaren om deze terrorist uit te leveren. In februari 1995 werd bekend dat Constant was gevlucht naar New York en er ontstond druk op Washington om actie te ondernemen. Constant werd gearresteerd en na een rechtszaak werd er in september 1995 geoordeeld dat hij gedeporteerd diende te worden. In juni 1996 liep Constant echter al weer vrij rond in New York. Dit omdat het terugsturen van Constant naar Haïti “een onwelkome belasting van Haïti’s juridisch en strafrechtelijke systeem is” en dat de immigratiedienst Constant pas zou terugsturen als het “advies van buitenlandse zaken had verkregen wat zou aantonen dat Haïti’s juridisch en strafrechtelijk systeem voldoende is ontwikkeld om met een zaak van dit formaat om te gaan.”[21] Toen in november 2000 het Haïtiaanse juridisch systeem in staat bleek te zijn om niet alleen Constant maar ook diverse andere leiders van de FRAPH te berechten, was de reactie veelzeggend. Tot op de dag van vandaag is Emmanuel Constant nog niet uitgeleverd. Terwijl de Haïtianen die proberen hun vernietigde land te ontvluchten worden teruggestuurd (ook tijdens de aarbeving), blijkt het te lastig om een veroordeelde terrorist terug te sturen naar zijn land van herkomst.[22]
Een verklaring voor dit enigszins bizarre gedrag van de leider van de vrije wereld werd door Constant zelf gegeven in een interview in december 1995, een maand nadat er was geoordeeld dat hij gedeporteerd diende te worden. Hij verklaarde dat hij tijdens de periode van extreme staatsterreur in Haïti betaalt werd door de CIA. “Ik voel me [nu] als de mooie vrouw waar iedereen s’nachts mee naar bed wilt, maar niet overdag […] Ik wil dat iedereen weet dat we aan het daten zijn,” zo sprak hij metaforisch en ietwat minder metaforisch “als ik schuldig ben dan is de CIA ook schuldig”.[23] Hij zette zijn intentie om de details van zijn relatie met de CIA publiekelijk te maken kracht bij door Janet Reno(de procureur-generaal) en Warren Christopher(minister van buitenlandse zaken) aan te klagen vanwege onrechtmatige gevangenneming. Dat dit tot een zekere nervositeit leed bij de Amerikaanse beleidsmakers was begrijpelijk, het zou het humanitaire imago met betrekking tot Haïti (dat zojuist was ontdaan van haar militaire regime door de VS) niet helpen wanneer zou blijken dat één van de grootste moordenaars in Haïti werd betaalt door de CIA.
Omdat we hier spreken van relatief recente geschiedenis, zijn de interne documenten nog niet vrijgegeven. Door de Freedom of Information act is er enkel de voorkant van een memo vrijgegeven getiteld “Emmanuel Constant, de opties.” In dit document werden hooggeplaatste functionarissen in de Clinton regering alsmede de CIA geconsulteerd. De inhoud van het memo blijft onbekend doordat deze nog altijd staatsgeheim is.
De VS heeft ook in 1994 160.000 documenten van de FRAPH en het leger in beslag genomen en weigerde deze terug te geven aan de Haïtiaanse regering. Onder druk van mensenrechtenorganisaties en de Haïtiaanse regering werd de VS gedwongen om de documenten toch over te leveren, echter stelde Madeleine Albright hier de voorwaarde aan dat namen van Amerikaanse burgers werden verwijderd uit de documenten. Volgens Human Rights Watch een poging om “beschamende onthullingen te vermijden.”[24]
Na het voorgenoemde memorandum werd er uiteindelijk besloten Constant vrij te laten. Dit omdat de VS volgens eigen zeggen een complot had ontdekt om Constant te vermoorden wanneer hij teruggestuurd zou worden.[†] Terugkijkend vertelde Benedict Ferro, het hoofd van de immigratiedienst in Baltimore, aan het maandblad The Atlantic dat “[hooggeplaatse functionarissen] uit alle hoeken en gaten te voorschijn kwamen toen [Constant] begon te praten,”; “ik snap tot op de dag van vandaag niet waarom hij niet aan het wegrotten is in een Amerikaanse gevangenis […] Hij werd gewoon anders behandelt dan welke moordenaar of terrorist ook.”[25]
Men kan zich afvragen, of Haïti nu het recht zou hebben om New York te bombarderen omdat de VS weigert een veroordeelde terrorist uit te leveren. Een principiële voorstander van de Afghanistan-doctrine zou deze vraag bevestigend moeten beantwoorden.
Verder is het enige land dat ooit veroordeelt is voor internationaal terrorisme door het internationaal gerechtshof, de VS zelf. In 1986 werd de VS door Nicaragua voor het internationaal gerechtshof gedaagd vanwege de steun die het land gaf aan terroristische groeperingen die Nicaragua aanvielen. Het Internationaal Gerechtshof stelde Nicaragua in het gelijk en veroordeelde de VS voor het “illegaal gebruik van geweld” (wat op zijn minst internationaal terrorisme als niet een aanvalsoorlog betekent) en droeg de VS op om reparaties te betalen en onmiddellijk te stoppen met de aanval.[26] Minister van buitenlandse zaken George P. Shultz reageerde door diegene te veroordelen die “utopische, legalistische methodes zoals onderhandelingen, de Verenigde Naties en het Internationaal Gerechtshof” voorstaan, dit “terwijl deze het machtselement negeren”.[27] De VS verwierp dan ook het oordeel van het internationaal gerechtshof, escaleerde de aanval door haar proxy leger op te dragen achter “zachte doelwitten”(scholen, ziekenhuizen, landbouw coöperaties etc.) aan te gaan en stemde tegen een resolutie in de algemene vergadering van de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad die alle staten opriep om zich aan het internationaal recht te houden.
Om de context aan te geven – dit was op het hoogtepunt van Reagan zijn “war on terror”, die met dezelfde retoriek verkondigde dat er een einde gemaakt zou worden aan de “kwade gesel van het terrorisme”, “een plaag verspreidt door verdorven tegenstanders van de beschaving zelve”; “een terugkeer naar barbarisme in het moderne tijdperk.”[28] Deze plaag werd bestreden door het meest grootschalige terreurnetwerk op te zetten dat spande over de gehele wereld. Wie wij nu ‘terroristen’ noemen, zijn dikwijls dezelfde mensen die Reagan steunde in zijn eerste poging om “een terugkeer naar [het] barbarisme” tegen te gaan.[29] Twintig jaar later werd de nieuwe “war on terror” herverklaard met dezelfde retoriek en door praktisch dezelfde mensen en met vrijwel dezelfde consequenties.
George Orwell schreef ooit eens dat “politiek taalgebruik is verzonnen om leugens als waarheid te laten klinken, om moord respectabel te maken en om de schijn van degelijkheid te geven aan pure lucht.”[30]
Een concept als ‘war on terror’ zou Orwell waarschijnlijk als schokkend hebben ervaren.

Conclusie:

Ik concludeer dat het Westen zelf de invasie van Afghanistan niet legitiem kunnen achten, omdat we de implicaties van de doctrine niet kunnen accepteren. Dat is, een oneenzijdige interpretatie van de doctrine waarin Haïti het recht zou hebben de VS te bombarderen.
Het punt is elementair en wordt verder ook erkent door de meerderheid van de wereldbevolking. In een peiling van Gallup eind september 2001, werd gevraagd of de VS wanneer het de daders had geïdentificeerd zou moeten vragen om uitlevering om de daders te berechten of dat het land waar de terroristen zich schuilhouden aangevallen diende te worden. In Europa bleek men het eens te zijn met het internationaal recht, oppositie tegen militaire acties varieerden van 64% in Tjechië en 88% in Griekenland. In Zuid-Amerika waar men zich misschien nog Reagan’s eerste ‘war on terror’ kan herinneren was de oppositie nog groter, van 94% in Mexico tot 85% in het VS gezinde Colombia. Slechts in de VS, Israël en India was er steun voor militaire acties. Als de VS toch geweld zou gebruiken dan wou de overgrote meerderheid dat enkel militaire doelen aangevallen zouden worden zoals ook beschreven in het internationaal recht. [31]
Wat we dus verwachten van staten in een situatie waarin ze het slachtoffer zijn van een terroristische aanval is wat Nicaragua deed. Identificeer de daders, vraag om uitlevering en berecht de schuldigen. In Nicaragua’s geval werd rechtvaardigheid hen niet gegund omdat zoals de Griekse historicus Thuycidides 2400 jaar geleden al verzuchtte, “de machtige staten doen wat ze willen terwijl de zwakkeren ondergaan wat ze moeten.”[32] Voor de VS waren er in tegenstelling tot Nicaragua opties in overvloed. De VS en de ‘coalition of the willing’ prefereerden echter machtsvertoon en geweld boven de legale maatregelen die vele mensenlevens hadden kunnen sparen.


[*]Deze laatste voorwaarde gaat alleen op wanneer de eerste twee zijn voldaan. Gezien het feit dat het mij moeilijk vol te houden lijkt dat de eerste twee voorwaarden voldaan zijn, zal ik deze laatste vraag niet behandelen in dit hoofdstuk, ik zal in een volgende hoofdstuk wel een overzicht geven van de mensenrechtensituatie die van toepassing zou kunnen zijn.

[†] Opmerkelijk is dat de dreiging van geweld wanneer een immigrant zou worden teruggestuurd geen factor was in de jaren 1991-1994, toen Bush en Clinton in overtreding van artikel 14 van de rechten van de mens Haïtianen terugstuurden naar hun land dat werd geplaagd door doodseskaders en een repressieve regering.


[1] Transcript of President Bush’s adress, CNN 20 september 2001 http://archives.cnn.com/2001/US/09/20/gen.bush.transcript/

[2] Michael R. Gordon, Allies prepare for long figh in Taliban dig-in, NYT 28 oktober 2001 http://www.nytimes.com/2001/10/28/international/asia/28STRA.html?pagewanted=all

[3] Bruce Broomhall, International Justice and the International Criminal Court (Oxford University Press 2003) pg. 46

[4] Marc Champion, Wall Street Journal 5 oktober 2001

[5] Walter Pincus, “Mueller Outlines Origin, Funding of Sept 11 Plot,”, Washington Post 6 juni 2002

[6] Arundhati Roy, The Algebra of Infinite Justice, The Guardian 29 september 2001

[7] Robert Fisk, The Great War for Civilization hf. 1
Op een gegeven moment ontdekt Bin Laden bijvoorbeeld dat Robert Fisk een Arabische krant bij zich heeft en hij begint deze enthousiast te lezen. Het bleek dat Bin Laden compleet geen weet had van de actualiteiten in de Arabische wereld.

[8] 9/11 Commission Report; pg. 169-173
http://www.9-11commission.gov/report/911Report.pdf

[9] Peter Popham en Andre Buncombe, Taliban: This is a holy war, 19 september 2001

[10] Talibaan: “Osama zat er niet achter”, NRC 19 september 2001

[11] Patrick Bishop, Pakistan blocks Bin Laden Trial, The Daily Telegraph 4 oktober 2001 http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/asia/afghanistan/1358464/Pakistan-blocks-bin-Laden-trial.html

[12] Rory Mccarthy, New offer on Bin Laden, The Guardian 17 oktober 2001 http://www.guardian.co.uk/world/2001/oct/17/afghanistan.terrorism11

[13] John Pilger, This war of lies goes on, 16 november 2001
http://www.johnpilger.com/page.asp?partid=361

[14] Evans et al. , Interview with general Richard Myers, CNN 6 april 2002 http://transcripts.cnn.com/TRANSCRIPTS/0204/06/en.00.html

[15] Bush wijst aanbod van Taliban af, NRC 15 oktober 2001

[16] Coalition against Terrorism, House of Commons 8 oktober 2001 http://www.publications.parliament.uk/pa/cm200102/cmhansrd/vo011008/debtext/11008-01.htm

[17] Zie US Legal definitions: http://definitions.uslegal.com/a/act-of-war/

[18] Ed Warner, Could the Taleban have helped the US against Al-Quaida?, Voice of America 7 augustus 2002 http://www.globalissues.org/article/372/could-the-taleban-have-helped-the-us-against-al-qaida

[19] Statement by the President in his Adress to the Nation, 11 september 2001

[20] Zie o.a. Americas Watch en National Coalition for Haitian Refugees, Silencing a people: The Destruction of Civil Society in Haiti; Return to the Darkest days: Human Rights in Haiti since the coup; Terror Prevails in Haiti: Human Rights Violations and Failed Diplomacy

[21] Human Rights Watch, Letter to Attorney General Janet Reno and Secretary Madeleine Albright, 30 november 2000 http://www.hrw.org/en/news/2000/11/30/letter-attorney-general-janet-reno-and-secretary-madeleine-albright

[22] Richard Fausset, U.S. to change Haitian immigrants’ status, Los Angeles Times 16 januari 2010 http://articles.latimes.com/2010/jan/16/nation/la-na-haiti-refugee16-2010jan16

[23] Ed Bradley, 60 Minutes, CBS News 3 december 1995

[24] HRW, Human Rights Watch World Report 1998 pg. xxxii

[25] David Grann, Giving “The Devil” His Due, The Atlantic juni 2001 http://www.theatlantic.com/past/docs/issues/2001/06/grann.htm

[26] ICJ, Militairy and Paramilitairy Activities in and against Nicaragua (Nicaragua vs. United States of America), http://www.icj-cij.org/docket/index.php?p1=3&p2=3&k=66&case=70&code=nus&p3=3

[27] George P. Shultz, "Moral Principles and Strategic Interests," U.S. Department of State, Current Policy No. 820, speech of April 14, 1986

[28] Bernard Weinraub, Israeli Extends ‘Hand of Peace’ to Jordanians, NYT 18 oktober 1985; George Shultz, State Department, Current Policy, no. 589 (24 juni 1984) en no. 629(25 oktober 1984)

[29] Voor een gedetailleerde bespreking van dit terreurnetwerk zie: Edward S. Herman, The Real Terror Network (South End Press 1985)

[30] George Orwell, Politics and the English Language
http://www.mtholyoke.edu/acad/intrel/orwell46.htm

[31] Gallup International, ‘Gallup International Poll on terrorism in the US’, 25 september 2001

[32] Thucydides, The History of the Pelleponesian War, Boek 5, pg 89

top