search
top

Mathijs Bouman en het werkloosheidsprobleem in de EZ – een aanvulling

Matthijs Boumanwaarschuwt in een column dat we geen paniek moeten zaaien, als het over de situatie in de Eurozone gaat. Hij analyseert daarbij de cijfers over de jeugdwerkloosheid. Deze werkloosheid is erg hoog. ‘Maar wat betekent zo’n cijfer eigenlijk’, vraagt hij zich af. Dat kun je, uiteraard, enkel goed begrijpen als je onder andere weet hoe het concept gedefinieerd en geoperationaliseerd wordt. Meten is weten maar we moeten weten hoe we meten.  Zie ook dit artikel. In dit geval worden (onder andere) jongeren die op school zitten helemaal niet meegeteld in deze statistiek. Een jeugdwerkloosheid van 50% betekent dus niet dat 50% van alle jongeren werkloos is. Helemaal niet. Economen horen dit standaard te weten en, bij een analyse van de cijfers, voortdurend te vermelden. Dus: ‘chapeau’ voor Mathijs.

Maar om de cijfers werkelijk op waarde te kunnen schatten moet je als econoom niet alleen gedegen kennis hebben van de statistische trivia. Je moet ook andere contexten beheersen. De jeugdwerkloosheid is bijvoorbeeld deel van een groter gebeuren: de totale werkloosheid. Waarbij het niet enkel over de zogeheten ‘U-3’ werkloosheid gaat maar ook over bijvoorbeeld mensen die niet direct beschikbaar zijn voor werk (bijvoorbeeld wegens een gebroken been) maar die wel werk zoeken. Of mensen die wel beschikbaar zijn – maar niet meer zoeken. Kijk hier voor de huidige discussie (onder leiding van de ILO) hierover, die moet leiden tot een aanscherping van de statistieken. En de huidige werkloosheid kan weer worden afgezet tegen onze historische ervaring met de werkloosheid: hoe hoog kan deze worden, hoe laag kan deze worden en hoe snel kan deze omhoog en omlaag gaan (terzijde: omhoog gaat sneller dan omlaag).

Wanneer we deze aspecten ook in de discussie betrekken dan is er, anders dan Matthijs stelt, wel degelijk reden voor gillende paniek.

(A) De brede werkloosheid dreigt in verschillende landen van de EZ de 40% grens te doorbreken. Zie hier (op de luxetveritas site) voor enige gegevens.

(B) Voor de crisis was de hoogste na-oorlogse werkloosheid (U-3 concept) ooit in een van de rijke landen gemeten de zeventien procent van Finland, in het begin van de jaren negentig (Oost-Duitsland reken ik even niet mee). En het duurde vijftien jaar om deze werkloosheid naar een nog steeds niet acceptabele 6% te krijgen… Zie hier (op de luxetveritas site) voor enige informatie hierover. maar op dit moment zijn er, binnen de Eurozone, al drie landen (Portugal, Spanje, Griekenland) die deze grens ruimschoots gepasseerd zijn. En de werkloosheid stijgt nog steeds. Terwijl de werkloosheid in een Italië alleen maar relatief laag is omdat de ‘niet normale’ werkloosheid daar relatief bijzonder hoog is.

In combinatie betekent dit:

(I) Er is wel degelijk reden voor paniek. Het is volkomen en totaal misgegaan. En het gaat nog steeds mis. En er is mede reden voor deze paniek omdat:
(II) In intellectuele zin het denken en de modellen van de economen zijn gebaseerd op situaties waarin de maximale werkloosheid aanzienlijk (zelfs in het meest extreme geval meer dan 10%!) lager lag dan nu in Spanje en Griekenland. Wetenschappelijk bevinden we ons dus enigermate in een terra incognito – het is allerminst gezegd dat recepten uit het verleden garantie geven voor de toekomst.
(III) Waarbij overigens wel duidelijk is dat zo ongeveer de grootste rigiditeit die je kunt hebben langdurige en extreem langdurige (>2 jaar) werkloosheid is en dat juist die rigiditeit snel in omvang toeneemt. Juist een beleid dat ‘ouderwets’ gericht is op de lange termijn leidt, in zo’n situatie, vooral tot problemen op die lange termijn.

Een voorbeeld van een ‘land’ waar dit gebeurd is is Oost-Duitsland, waar de werkloosheid ondanks massa-emigratie en recentelijk ook een minder negatieve economische ontwikkeling en ondanks twintig jaar van ‘interne devaluatie’ nog steeds boven de 10% ligt (te vergelijken met ongeveer 3,5% in Beieren). Vergelijkbare ontwikkelingen doen zich momenteel buiten de Eurozone in de Baltische staten voor. Terwijl de werkloosheid in Ierland ‘slechts’ 14% bedraagt omdat de participatieratio gedaald is en veel mensen zijn geëmigreerd. Reden voor paniek – miljoenen mensen worden momenteel de facto afgeschreven, in de Eurozone. En de EU kan in een dergelijke situatie echt uit elkaar gaan vallen.

Leave a Reply

top